vrijdag 13 december 2013

De beste 50 boeken van de laatste 5 jaar




Nieuws: De beste 50 boeken van de laatste 5 jaar
Gepost op maandag 9 december 2013 door: Coen Peppelenbos
Beschrijving: NRC 25
NRC Handelsblad publiceerde onlangs een lijst met de beste Nederlandse en vertaalde literatuur van de afgelopen 5 jaar. Lezen voor de lijst houdt van lijstjes en daagt je uit: hoeveel boeken heb jij van de onderstaande lijst gelezen? En hoeveel je docent?
De krant maakte ook het e-book Lees! Lees! Lees! waarin recensies staan over de 25 Nederlandse titels. Voor meer info, zie hier.
Nederlandse fictie:
1. Tonio. Een requiemroman: A.F.Th. Van der Heijden
2. Samaritaan: A.H.J. Dautzenberg
3. De man zonder ziekte: Arnon Grunberg
4. Het diner: Herman Koch
5. La Superba: Ilja Leonard Pfeijffer
6. Pier en oceaan: Oek de Jong
7. Bonita Avenue: Peter Buwalda
8. Post Mortem: Peter Terrin
9. Wij en ik: Saskia de Coster
10. Sprakeloos: Tom Lanoye
11. Dit zijn de namen: Tommy Wieringa
12. Naar de overkant van de nacht: Jan van Mersbergen
13. De maagd Marino: Yves Petry
14. Tikkop: Adriaan van Dis
15. Grip: Stephan Enter
16. De Nederlandse maagd: Marente de Moor
17. Het boek Ont: Anton Valens
18. Dorst: Esther Gerritsen
19. Dorsvloer vol confetti: Franca Treur
20. Clausewitz: Joost de Vries
21. J. Kessels: The Novel: P.F. Thomése
22. De hemel van Heivisj: Benny Lindelauf
23. Bloedgetuigen: Johan De Boose
24. Euforie: Christiaan Weijts
25. Lieve Céline: Hanna Bervoets
Vertaalde fictie:
26. De cirkel: Dave Eggers
27. Vergeef ons: A.M. Homes
28. Witte tijger: Aravind Adiga
29. Roem: Daniel Kehlmann
30. Niets liever dan zwart: Antjie Krog
31. Caribou Island: David Vann
32. Kamer: Emma Donoghue
33. Alleen in Berlijn: Hans Fallada
34. In de ban van de tegenstander: Hans Keilson
35. 1q84 (qutienvierentachtig) De complete trilogie: Haruki Murakami
36. Wolf Hall: Hilary Mantel
37. Solar: Ian McEwan
38. Zomertijd: J.M. Coetzee
39. Stoner: John Williams
40. Vrijheid: Jonathan Franzen
41. Alsof het voorbij is: Julian Barnes
42. HhhH: Laurent Binet
43. De kaart en het gebied: Michel Houellebecq
44. 2666: Roberto Bolaño
45. Open stad: Teju Cole
46. Goede mensen: Nir Baram
47. Vader: Karl Ove Knausgård
48. De eenzaamheid van de priemgetallen: Paolo Giordano
49. The Fault in our stars: John Green
50. Kapitaal: John Lanchester

Oek de Jong "Wat alleen de roman kan zeggen"



Gelezen boeken: Oek de Jong
‘De taal is aan voortdurende verandering onderhevig.’ Dat zegt Oek de Jong in zijn essay Wat alleen de roman kan zeggen, echt een boek (nou ja, boekje, van 96 pagina’s) dat je leest met het gezicht van een konijn dat in de koplampen van een auto staart. Er is daar iets, in de verte... maar wat? De Jong gaat verder: ‘De omgangstaal verandert, de taal van de literatuur verandert. Het lijkt mij niet uitgesloten dat aan het begin van deze nieuwe eeuw onder schrijvers en lezers het stijlgevoel niet alleen verandert maar ook achteruitgaat.’
Mijn stijlgevoel zegt dat de zinnen van De Jong behoorlijk lelijk zijn. Een tikkeltje omslachtig ook. En dan die merkwaardige overgang, van de taal in het algemeen via twee registers (die veranderen) naar het stijlgevoel. Van lezers én schrijvers. In de passage die op het bovenstaande volgt, begint De Jong zich te ergeren aan het verdwijnen, of aan het minder gebruikt worden van, de samengestelde zin: ‘Tegenwoordig lijken veel schrijvers alleen nog maar korte znnen te kunnen of willen schrijven. Korte zinnen, korte alinea’s. Snel, sneller, snelst.’
Blijkbaar vindt De Jong dat zijn publiek uit geestelijk wat achtergebleven types bestaat. Daarom. Legt. Hij. Alles. Drie. Keer. Uit. En hij gooit er nog een Bezorgd Statement achteraan: ‘Zonder de wat langere, samengestelde zin verliest het literaire proza aan kracht, schoonheid, verfijning, elegantie, stuwing en emotie.’ Alstublieft. Uiteraard komt dit door het verdwijnen van het onderricht in de Klassieken, de Griekse en Romeinse auteurs zonder wie wij Barbaren zijn, wroetend in de modder, levend als beesten, onder de vlooien en overdekt met schurftachtige huidschilfers.
De Jong, een man waar deze Klassieken doorheen zijn gegaan, als een mes door de boter, of als een Romeinse soldaat door een onderworpen Slavin, betreurt deze kaalslag zeer: ‘Het hoge stijlbewustzijn van Griekse en Romeinse schrijvers met in hun kielzog een stoet van grote schrijvers en denkers tot diep in de twintigste eeuw heeft geen gezag meer in de samenleving. Hier wreekt zich het verdwijnen van een culturele hiërarchie.’
Ik weet het niet. Onlangs las ik nog een korte roman, geschreven door Arie Storm, waarin de samengestelde zin zijn uiterste best deed - en overwon. Dus misschien is de neergang, door De Jong in zijn dorre proza geproclameerd (‘een stoet van grote schrijvers en denkers’) niet algemeen. Of misschien denkt De Jong dat Hij, de schrijver van een onleesbaar boek vol samengestelde zinnen, een boek waarbij je van je stoel valt van verveling, de Griekse of Romeinse erfenis ten spijt, de literaire cultuur moet bewaken... Maar dat zal wel niet. Toch?